Boete om doorgeven parkeerkaartje

Een boete voor een doorgegeven parkeerkaart heeft in Zwijndrecht geleid tot een motie in de gemeenteraad. De gemeenteraad vindt unaniem dat de boete niet opgelegd had moeten worden. Dit melde de NOS op 14 november 2013.

In de verordening Parkeerbelasting van Zwijndrecht is de plicht tot het betalen van parkeerbelasting als volgt opgenomen:

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
    • a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
    • b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
      • 1e.  indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
      • 2e.  indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

De vraag is nu: is degene die het parkeerkaartje aan de parkeerder heeft gegeven, niet feitelijk degene die te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen? Er was belasting betaald tot een bepaald tijdstip en volgens mij is daarmee een parkeerrecht ontstaan tot een bepaald tijdstip. Dat dat parkeerrecht uitsluitend voor één voertuig (serieel) bedoeld is, is niet in de verordening opgenomen.