Naar nieuwe parkeertarieven?

Automobilisten zijn niet verplicht om hun kenteken in te voeren bij de parkeerautomaat. Het is voldoende om een kaartje te kopen en dat achter de voorruit te leggen. Dat heeft de rechter beslist in een zaak die was aangespannen door de Stichting Privacy First. Feitelijk zegt de rechter: “als u kunt aantonen dat de belasting voldaan is, kan er geen naheffing worden opgelegd”. Wat betekent dit voor het betaald parkeren in de toekomst? 

Kentekenparkeren is gemak

Kentekenparkeren maakt controle en handhaving een stuk gemakkelijker. Controleurs scannen de kentekens van geparkeerde voertuigen en als het goed is, zijn die kentekens via de parkeerautomaat of dankzij belparkeren ingevoerd in de database die voor de controle gebruikt wordt. Wie niet in de database staat, krijgt een bon. Daar heeft de rechter nu eigenlijk een stokje voor gestoken. Als je kunt aantonen dat je de parkeerbelasting betaald hebt, bijvoorbeeld met een kaartje uit de automaat maar ook achteraf via een bankafschrift (bij het gebruik van een pinpas), toon je aan dat de belasting betaald is. Op zich is dat een logische zaak en eigenlijk hadden we dat op grond van jurisprudentie ook wel kunnen verwachten..

Kentekenparkeren is efficiënt

Kentekenparkeren heeft vooral voordelen voor gemeente. Het is een efficiënt en effectief proces en dat scheelt, zeker op de langere termijn, in de exploitatiekosten. Daarom zijn veel gemeentes er voor en het liefst zouden gemeentes het gebruik van contant geld, bonnetjes et cetera inwisselen voor het betalen met een pasje of via de smartphone. Nu het gewenst gedrag kennelijk minder gemakkelijk af te dwingen is, is het een mooi moment om de belastingheffing eens tegen het licht te houden.

Transactiekosten

Ik ben er wel voor dat er onderscheid gemaakt wordt tussen de parkeerbelasting en transactiekosten. Als fervent gebruiker van het “belparkeren” vind ik het prima dat ik een bescheiden abonnementsgeld per maand betaal en vijftien cent per parkeertransactie. Ik betaal meer voor het parkeren dan iemand die gewoon bij de automaat betaalt. Dat levert mij gemak op: ik betaal nooit veel teveel voor het parkeren en ik krijg ook geen bon als ik volgens de plaatselijke regels parkeer en het systeem in werking zet. Wie weet ben ik per saldo goedkoper uit, ik heb dat nooit uit willen rekenen. Ondertussen betaalt de gemeente enkele procenten over de inkomsten aan de belprovider en heeft daar kennelijk ook vrede mee.
Waarom zouden we niet alle transactiekosten rechtstreeks door de parkeerder laten betalen? Op grond van gegevens kunnen we berekenen wat de kosten zijn voor de verschillende betaalsoorten: belparkeren, pinnen, dip & go en contant (en vergunningen) en we kunnen ook in beeld brengen wat het printen van een parkeerkaartje kost. Als privacy écht iets waard is, moet je contant betalen bij de automaat en een kaartje vragen. voor beide stappen in het proces kunnen kosten berekend worden. Ook de exploitatiekosten van de automaat kunnen worden toegeschreven aan de parkeerders die van de automaat gebruik maken. Dat zijn alle parkeerders behalve de belparkeerders (en vergunninghouders).

Voordelen

Op deze manier geef je de parkeerder meer vrijheid om te kiezen voor gemak, voor lage kosten of voor privacy. Afhankelijk van de keuze van de parkeerder betaalt hij daar een prijs voor. Wellicht moet de wetgeving aangepast worden maar daar is vast wel een mouw aan te passen. Laten we wel zijn, waarom betalen belparkeerders mee aan de langzaam verouderende infrastructuur van de parkeerautomaat terwijl ze er geen gebruik van maken?